Finance in de voedingssector: disruptie, digitalisering en covid-19
Finance in de voedingssector: disruptie, digitalisering en covid-19
Paul Denayer is een vaste waarde in de Belgische finance én voedingsindustrie. De (financiële) manager heeft meer dan 20 jaar ervaring, en was jarenlang de CFO van het Belgische succesverhaal Alpro, waar hij de trend van gezonde, plantaardige en duurzame voeding voorzag van een financiële basis. In 2019 werd hij vervolgens managing director bij Crop’s, een familiebedrijf in de diepvriesvoeding.
Denayer’s carrière overbrugt business, finance en IT. Dat maakt van hem een ideale gesprekspartner voor een interview over de lessen die hij leerde als manager, de impact van COVID-19 en welke disrupties er op de voedingssector afkomen.
Welke impact had COVID-19 op de voedingssector?
“COVID-19 was voor de voedingssector erg dubbel. De impact ligt vooral in het horeca-segment, daar zagen we een stevige daling van de marktvraag. Tegelijk is voeding nu eenmaal iets essentieels, want mensen blijven eten. Er kwam daarom een verschuiving van het horeca-segment naar het retail-segment. Dat laatste segment groeide, terwijl er een sterke daling in de horeca kwam.
In het retail-segment, zeker in private label, zijn de marges lager dan in het horeca-segment. Je bottom-line voelt dit dus, en bedrijven moeten wel degelijk letten op de continuïteit van hun operaties. Maar tegelijk heeft de consument nog altijd goede toegang tot de voedingssector, dus we mogen ons op dat gebied gelukkig prijzen.”
“Finance doet vandaag nog te vaak enkel aan rapporteren, en misschien een beetje aan forecasting. Met AI kunnen we echt proactief inspelen op de toekomst.”
Waar liggen de voordelen van digitalisering voor finance?
“Voor mij gaat het voornamelijk over data en automatisering. Je neemt nu eenmaal betere beslissingen als je data weet te structureren en vertalen naar inzichten. Maar dat moet over de verschillende afdelingen heen gebeuren. De volle rijkdom van data kan je pas gebruiken als je over silo’s heen werkt.
Bij finance neemt digitalisering natuurlijk routinematige taken over. En de maturiteit ligt daar bij de meeste bedrijven al vrij hoog. Een groot deel van bijvoorbeeld de facturering zal al digitaal gaan. Maar dit is maar een eerste stap.
Technologie maakt het mogelijk om meer data beter en sneller te verwerken. Heel vaak gaat het hier over technieken onder de noemer van AI, wat ook een impact zal hebben op finance. Met nieuwe algoritmen kan je allerhande scenario’s voorspellen, wat erg handig is voor een financiële afdeling. Finance doet vandaag nog te vaak enkel aan rapporteren, en misschien een beetje aan forecasting. Met AI kunnen we echt proactief inspelen op de toekomst en de business ondersteunen met relevante inzichten, vaak in real-time.
Maar uiteindelijk zal de grote toegevoegde waarde van digitalisering liggen in het van finance een betere business partner maken voor afdelingen zoals marketing, sales en operations. Hun werk zal dus niet meer puur financieel zijn. De afdelingen moeten de handen in elkaar slaan, en kijken waar data de meeste toegevoegde waarde hebben. Ik werk al een tijdje in de voedingsindustrie, en ik zie nog erg vaak fouten gebeuren in operations die zouden kunnen vermeden worden via data. Met digitale technologie verminder je menselijke fouten, en genereer je mogelijk een grote toegevoegde waarde. Fouten in operations hebben op hun beurt een impact op het financiële. De finance-afdeling heeft dus ook een rol te spelen in het opvolgen van data om die fouten te vermijden.
Finance is altijd al bezig geweest met data, zij het overwegend financiële data. Maar nu komen er veel meer financiële en niet-financiële gegevens op ons af, en wij moeten daarop inspelen. Dat zal op zijn beurt enkel lukken via een kruisbestuiving tussen verschillende afdelingen.”
“Alles rondom ons beweegt sneller, en wordt onvoorspelbaarder en complexer. Tegelijk is het de taak van de CFO en CEO om daarop te anticiperen en in te spelen op disruptie.”
Welke lessen leerde u doorheen uw carrière?
“Alles rondom ons beweegt sneller, en wordt onvoorspelbaarder en complexer. Tegelijk is het de taak van de CFO en CEO om daarop te anticiperen. Ze moeten verandering en disruptie dus proactief identificeren en erop inspelen zodat de continuïteit van het bedrijf gehandhaafd blijft.
Technologie kan daar een fantastische enabler in zijn. Je moet digitalisering dus omarmen, en ook een cultuur creëren die dat doet. Vandaag denkt iedereen dat technologie alle jobs zal doen verdwijnen, wat spijtig is want het biedt zoveel kansen. Alles zal sneller en exponentiëler gaan, en daar moet je op een intelligente manier mee leren omspringen.”
Welke disrupties komen er volgens jou op de voedingssector af?
“De voedingssector moet zich vertrouwder maken met grote, globale dreigingen zoals pandemieën. Want over afzienbare tijd ontpopt er zich misschien opnieuw een crisis die een enorme globale impact heeft. Misschien ontstaat er een conflict tussen twee mogendheden, of misschien komt er gewoon een nieuwe pandemie. Behendig omgaan met deze bedreigingen, ze omvormen tot kansen en veerkracht tonen is hier de boodschap.
Verder is het noodzakelijk continu in dialoog te staan met klanten en consumenten om nog beter in te spelen op hun behoeften. Ook blijft food safety een absolute prioriteit. De consument vertrouwt de retailer, en daarmee ook de producent van de retailer. Niemand in onze voedingsketen mag voedselveiligheid in gevaar brengen.
Ten slotte moeten we nog meer nadenken over onze sociale en maatschappelijke impact. Het personeel moet in goede, veilige omstandigheden werken. En zaken zoals supply, verpakking, productie en energie moeten duurzaam gebeuren. Elk bedrijf heeft vandaag een verantwoordelijkheid om zo duurzaam mogelijk te zijn, iets wat de consument ook steeds vaker, terecht, eist.”